Ongetwijfeld gebruik je je toetsenbord zo vaak, dat je er niet al te veel gedachten aan verspilt. Hoogstens “wat een onding” als hij niet doet wat je wilt, of “hè wat onhandig” als je op een virtueel toetsenbord moet typen. Toch is het best interessant om er eens bij stil te staan waarom de toetsen daar zitten, waar ze zitten! Drie grappige, verhelderende toetsenbord-weetjes voor je op een rij:
1. Achterhaald design
Het is haast niet te geloven, maar eigenlijk alle moderne toetsenborden zijn gemodelleerd… naar de antieke typemachine. Je weet wel, zo’n bakbeest van een ding waar je hard op grote knoppen moest timmeren, die dan met veel kabaal op een inktlint sloegen en de letters op een uiterst moeizaam ingeschoven vel papier drukten. Typo’s moest je echt zien te vermijden, anders had je een probleem. Deleten was op typemachines een wel héél omslachtig verhaal.
Hamertjes
De plekken van alle letters op typemachines was wel heel doordacht en logisch. Naast elkaar liggende letterhamertjes konden namelijk makkelijk verstrikt raken als je de toetsen te snel achter elkaar aansloeg. Naast vaak gebruikte letters moesten dus minder vaak gebruikte letters zitten. Vandaar ook dat het toetsenbereik in drie rijen omhoogliep; van lange hamertjes naar kortere hamertjes. Van ergonomisch typen was toen echt geen sprake, met die benodigde aanslagsterkte en gekromde polsen.
Bij computertoetsenborden is die ouderwetse letterplaatsing natuurlijk eigenlijk helemaal niet meer noodzakelijk. Toch zijn pogingen om andere ‘letterfilosofieën’ gangbaar te maken nooit gelukt. Wat zeer waarschijnlijk vooral te maken heeft met gewenning.
2. Andere taal, andere lay-out
In Nederland gebruiken we meestal een zogenaamd “Qwerty”- toetsenbord, genoemd naar de volgorde van de eerste letters op de bovenste rij. Maar wist je dat de indeling van toetsenborden in Duitsland, Noorwegen, Frankrijk, Italië en zelfs in België anders zijn? Ook dat heeft (deels) te maken met het oude typemachine-principe: per taal zijn namelijk de meest gebruikte letters verschillend. Waardoor per taal een andere toetsenindeling nodig was om te voorkomen dat letterhamertjes in de knoop raakten.
Extra letters
Toch is het ook nu nog in sommige talen sneller en handiger om bijvoorbeeld letters als de ö, ä, ç of ø als aparte toets op het toetsenbord te hebben, in plaats van steeds toetsencombi’s te moeten maken. Let daarom bij het bestellen van een nieuw toetsenbord goed op dat je de juiste lay-out kiest, anders sta je nog raar te kijken!
3. Iedereen is een typist
Niet voor niets was typen vroeger echt werk voor secretaressen of typistes. Typen op een typemachine vergde veel oefening, nauwkeurigheid en ook veel kracht in de vingers. Voor typen moest je zeg maar “bij de pinken” zijn, want bij het aanslaan van de p, q, a en z hadden de pinken het flink te verduren. Hun toetsen zitten vreselijk onhandig, maar niet voor niets: de letters worden niet heel vaak gebruikt.
Tienvingersysteem
Konden gediplomeerde typisten vroeger met tien vingers op hun snelst 200 aanslagen per minuut halen, met een modern computertoetsenbord verslaan we dat oude snelheidsrecord by far. Zelfs met twee vingers. Al blijft blind typen met tien vingers nog altijd de snelste, én de meest ergonomische manier van typen. Zo worden namelijk je nek- en schouderspieren het minst belast en is de belasting beter verdeeld over alle vingers.
Moderne toetsenborden
Misschien dat je met deze kennis een beetje anders naar je toetsenbord kijkt. Typen op computers, laptops en smartphones is vandaag de dag zo vanzelfsprekend en vooral ook onvermijdelijk, dat we soms niet om de negatieve gevolgen heen kunnen. En dan is het goed om ons te realiseren dat typen vroeger nog heel wat lastiger en meer belastend was. Bovendien is er goed nieuws: een ergonomisch toetsenbord kan je helpen nog gezonder te typen!